Blog

Met het SEO-schrijven is ons vak veranderd. We schrijven voor onze opdrachtgever en lezers, mensen van vlees en bloed, maar ook voor zoekmachines zoals Google en YouTube. Met deze 3 tips wordt SEO-schrijven steeds leuker.

(meer…)

Samen met mijn collega’s van Redactieprofs zinnen we op het woord van komend jaar. Intussen wens ik u voor 2019 veel impact! (meer…)

Begrijp me niet verkeerd: ik hou van verrassing, laveer op de wind, ben wat ongeorganiseerd en door dat alles kei flexibel. Privé dan. Als het om mijn werk gaat, wil ik graag koers, piketpalen, beperking, kaders, deadlines. Waarom? Omdat een goed verhaal gedijt op gedegen voorbereiding. De (basis) stoffen, smaakmakers en toppings voor een goede (tekst) briefing.

Na een bevalling van vijf kwartalen heb ik samen met vormgever Brigitte Boits een prachtige brochure geplaatst. Dit proces had heel veel korter gekund en minder frustratie gekost als we vooraf helder waren gebriefd. Ik steek mijn hand in eigen boezem; ik had moeten ingrijpen toen ik vraagtekens zag, geen deadline en een onbeperkt aantal woorden gekregen. Van deze ervaring heb ik geleerd. Ik heb een checklist gemaakt waarin een goede briefing moet voldoen. Als ik weer voor een afdeling, eenmanszaak van een niet-communicatiebureau aan de slag ga, haal ik het lijstje erbij en stel samen met de (potentiële) opdrachtgever een briefing op. Ik deel mijn lijstje graag.

Basisingrediënten
Wat zijn de boter, kaas en eieren van een goede briefing? Deze basisingrediënten voor een tekstbriefing zijn een open deur, maar toch even aandacht voor de alledaagse:

  • Doel van de tekst : must the text informeren, verkopen, motiveren, amuseren. Twee voor de prijs van één verpaktt iets anders dan uitleggen waarom het beste gezien kan worden: twee op één cel.
  • Doelgroep van de tekst : Jip en Janneke lezen anders dan een doctorandus, en vakidioten gaan graag diepgaand generalisten over de breedte willen weten.
  • Deadline : wanneer moet de tekst klaar. Maar spreek ook af wát ‘klaar’ is! Is dat ná accordering van na eindredactie? Interpretatieverschillen kunnen irriteren.
  • Inhoud : waar moet de tekst over? Tekstschrijvers zijn op veel fronten thuis , maar sommige frontlinies zijn mij te heftig. Ik noem er een paar: pensioenen, lijfrente. Ik kan niet het ik, maar ik kan wel naar een collega die graag van cijfers chocola maakt. Kies – zeker bij een kort verhaal – voor 1 invalshoek. Een verhaal van 400 woorden moet komen en elk zijn stokpaard wil berijden, is bij voorbaat mislukt. Kies een onderwerp en bewaar dat andere voor later.
  • Input : Hoe komt de tekstschrijver aan zijn tekst en uitleg? Informatie via geschreven bronnen, een van meerdere interviews, wel of geen wederhoor? Geef het mee, voor informatie geeft een interview en verhaal aan een interview.

Als je je hebt deze basisingrediënten doorgeeft, kan je peilen van je de juiste tekst een tijd duren voor de opdracht en affiniteit heeft met het onderwerp en jouw organisatie (doelen).

Overige ingrediënten
In welke vorm gieten we de taart, cake van soufflé? Ofwel: benoem in de briefing textspecifieke zaken.

  • Medium : Is de tekst bedoeld voor een vak- of personeelsblad of website? Van voor beide? Laat het weten dat we ‘optimer’ dan voor papier zijn.
  • Inhoudstype : Gaat het om een ​​achtergrondartikel van reportage, een (ghost) column of juist een feitelijk nieuwsbericht. Het kan ook om een ​​herhalende kaart gaan, waar volgens een enorm formaat wordt geschreven. Geef het in je briefing, dat geeft een storing en kan een boel time schelen.
  • Stijl : Wat de toon van stengel moet zijn, is soms moeilijk te vatten. Te doen om te doen. Daar liep het bij dingen opdracht op mis. Wil je een praatje-citaat van een neutrale intro gevolgd door een lange rechte quote? Moet het een ambtelijke tint hebben van juist in populair-wetenschappelijke stijl? Vind je het moeilijk te benoemen? Een tiener aan de briefing wees teen van jou.
  • Tekstlengte : Geef de lengte in het aantal letters of tekens. In de laatste geval is dat met zonder spaties. Het maakt – zeker voor de vormgever – nogal uit.

Smaakmakers
Is de tekst op een interview (s), dan is het fijn om daar in de briefing aandacht aan te besteden. Geef gratis deur. Vind je dat lastig, Lastig? Natuurlijk denken Redactieprofs daarover mee. Informatie over de geïnterviewde zelf kan uitglijders voorkomen. Als alleen de naam van de interviewkandidaat meldt dat het om een ​​van de hoogste bobo’s gaat. Van wel zeggen dat het om een ​​interview gaat, maar dat er vijf interviewkandidaten aan tafel zitten zitten.
Geef – als die er zijn – ook gevoeligheden vooraf aan. Onbedoeld kan op basis van een openhartig interview nietsvermoedend een beerput opened worden. Brief – zeker bij gevoeligheden – niet alleen de interviewer, maar ook de geïnterviewde. Geef hem ook haar of een beslissende gaf: over het doel van het interview. En vertel en vervolgens de tekstlengte. Zeker bij een klein artikel kan voorkomen.

Toppings
Een verhaal kan toegankelijker naast tekst met voortekenen. Kadertjes over zijonderwerpen kunnen niet alleen leuk zijn voor de lezer, maar ook lekker voor de vormgever. Dat geldt ook voor extra cijfers waar grafiekjes mee kunnen worden gemaakt.
Tot slot de kers op de taart: een mooi beeld. Een foto, een illustratie, een infographic … Ze verlevendigen het verhaal van een heel andere draai aan. Laat de tekstschrijver erover meedenken en suggesties geven. This inbreng is and again of the many ingredients for a good briefing to such an photographer. Daarover later meer. Eet smakelijk!

Verdienmaak mijn etenlijstje. Wat moet er worden jou vermeld in een briefing?

Twee heb ik er. Met overgangsperikelen en het vak Nederlands als troef. Kind 1 moet voor Nederlands een 5.4 halen om doublure te voorkomen. Kind 2 een 6,7 om een ​​compensatiepunt te scoren. In deze blog overtuig ik mijn kroost om het Nederlands (en elke andere taal) voorzichtig te bestuderen.

Overgangsperikelen

Lieve brieven zonder juridisch jargon en in heldere taal zetten meer zoden aan de dijk. Sinds incassobureau Intrum Justitia ‘sociale incasso’ toepast, krijgen ze minder vaak geïrriteerde debiteuren aan de lijn. En schuldeisers krijgen vaker en sneller betaald. Lang leve helder en toegankelijk taalgebruik. (meer…)

Steeds vaker schrijf ik voor het web: een blog of een hele website. Dat is mooi, want je kunt zien hoe veel het gelezen en beklikt wordt. Maar het mooiste blijft tastbaar werk. Een blad dat je kunt vasthouden. Een blad dat ruikt en lekker aanvoelt. Drukwerk dat in een pakketje met de postbode komt. Deze week ontving ik TOOLZ, het relatiemagazine van DESTIL. Het inspireert bouw & industrie. En mij.

TOOLZ is een stoer blad. Niet alleen door het ontwerp door Brigitte Boits, maar ook door de onderwerpen, de gewaagde fotografie van Bram Delmee en de stellingname van DESTIL directeur René Kars over onderwerpen als duurzaamheid en MVO.
Ook stoer omdat de gebroeders Coronel gereedschap mogen testen. En dat gaat niet zachtzinnig, kan ik je vertellen. Ik ben erbij, samen met de cameraman. (zie pagina 36-39). Ook stoer omdat binnen dit bedrijf ook mensen werken die fouten mogen maken. Zo worden in het bedrijfsrestaurant de ballen in de soep wel eens achterwege gelaten. (zie pagina 44-45). En stoer omdat DESTIL buiten gebaande paden denkt en handelt. Jonge jongens én meisjes ondersteunt in bijvoorbeeld hun opleiding of stage (zie pagina 48-51).

Kortom, een mooie opdracht waar ik met plezier aan werk. Samen met Marc Nelissen van MixPress. Nieuwsgierig? Bestel Toolz, gratis! Kun je ‘m zelf zien, voelen, ruiken en lezen natuurlijk

 

 

 

 

Mijn eerste (en ik denk laatste) mode-blog. Deze blog verscheen eerder op de site van ’t Hart tassen. (meer…)

Wat moet er op de cover? Die vraag kent elke redactie, uitgever of vormgever. Het antwoord geeft de doelgroep zelf op de vraag: “Waar kijk jij graag naar?”

Doelgroep: 3 mannen + 1 vrouw
Bij een consumentgerichte commerciële organisatie ontstond een tumultueuze discussie over de vraag: “Wat moet er op de voorkant?” Voor die ‘voorkant’ en de rest van de pagina’s had ik de eindredactie verzorgd.
Ter achtergrond: de doelgroep kende vier persona’s: 3 mannen waarvan 1 van rond 55 jaar en 2 rond de 40-45 jaar en een vrouw tussen 40-45 jaar. Meerderheid? Man! Dus, zo werd er gedacht, we zetten een frisse, gezonde, levenslustige doch ietwat rijpe meneer op de cover. Zo ziet de meerderheid van de lezers er immers ook uit. De lezer herkent zich en pakt de uitgave sneller ter hand. Zo dacht het ene kamp.

Kind-dier-vrouw-man
Ik zat in het andere kamp. Van mijn eerste en enige baas ooit (uitgever van een vernieuwend huis-aan-huisblad) leerde ik bij het selecteren van beeld de volgende riedel: “Kind – (jong) aaibaar dier – vrouw – en als je echt niks kunt vinden doe dan maar een man.”
Mijn analytisch ingerichte brein stelde vragen: “Hoezo?”, “Waarom.” Ik kreeg een simpel antwoord in de vorm van een vraag: “Waar krijg jij een glimlach van?”

Riedel
Die riedel paste ik dus ook (weer) toe in bovengenoemde discussie. Kind valt af want daar ging de bundel in het geheel niet over. Dier sloot al helemaal niet aan bij het onderwerp. Vrouw en man dan weer wel. En dan is de keus bij de doelgroep van 3 man plus 1 vrouw snel gemaakt: vrouw. En dan graag een die net een tikje jonger is dan de mannelijke persona’s, want die ziet hij graag. Dus zou mijn opdracht aan de beeldredactie of het reclamebureau zijn: zoek een frisse, gezonde, levenslustige doch ietwat rijpe vrouw.

Lachrimpels
Onlangs verscheen de uitgave met voorop een enthousiaste, gesoigneerde, levenslustige vrouw. De ideale echtgenote of minnares, maar ook de gedroomde zus of vriendin. Er verscheen een glimlach rond mijn lippen. Mijn ietwat rijpere, mannelijke collega keek mee. Ik zag ook zijn lachrimpels.

Welke keuzes maak jij als het om beeld gaat? Wat zou jij in bovenbeschreven voorbeeld op de cover plaatsten?